Onvoorspelbare tijden…

Onvoorspelbare tijden…

“Wat wil je later worden?” Als je deze vraag afzet tegen de technische ontwikkeling, wordt het steeds lastiger om daar nog een antwoord op te geven. Het tijdperk van de kunstmatige intelligentie is al begonnen. Karakteristiek hierin is de verschuiving van ‘beter, sneller en goedkoper’ naar ‘volkomen anders’. Een verschuiving die een gigantisch effect zal hebben op het aantal beroepen dat nu nog bestaat. Vooral die beroepen waar je een ‘goed stel hersens’ voor nodig hebt.

 

Toen de schaker Kasparov in 1997 werd verslagen door een computer, werd duidelijk dat ons IQ overtroffen kon worden door dat van een ‘botje’. Inmiddels is de beurshandel al lang niet meer een markt waar mensen zich bewegen, maar een systeem van botjes die op elkaar reageren. Zelfrijdende auto’s zijn al lang geen nieuws meer. Waar mechanisering begon met het overnemen van fysieke arbeid, zijn we nu zover dat robotisering steeds meer onze mentale arbeid overneemt. En terwijl dit volop gaande is, staan we wezenlijk nog maar aan het begin van een nieuw tijdperk. Het paradigma van de naoorlogse generatie valt uiteen en het is aan de twintigers van deze tijd om een nieuw paradigma te bouwen.

 

Hoe de wereld er over vijf of tien jaar uitziet, weet nog niemand. Wat daardoor wel zeker is, is dat het aspect ‘voorspelbaarheid’ steeds kleiner wordt. En voorspelbaarheid heeft weer een directe relatie met stress. Ons huidige bestaan hebben we vooral te danken aan een voorspelbare omgeving. De overgrootouders van onze overgrootouders konden overleven dankzij een zekere voorspelbaarheid van hun omgeving. En ons DNA heeft in de loop van die paar duizend jaar beduidend minder upgrades gehad dan de smartphone die je drie jaar geleden kocht.

 

Onvoorspelbaarheid zet je instinctieve alarmsysteem aan, maakt je op je hoede voor wat zou kunnen gebeuren. Het bereidt je lichaam voor op een vechtvluchtreactie. Ook als er geen werkelijk levensgevaar is. Het maakt immers voor de werking van ons stress-systeem niet uit of de dreiging reëel is of bedacht. Eigenlijk is hier sprake van een bizarre paradox: innovaties die gericht zijn op het gemakkelijker maken van ons leven, veroorzaken dat we meer stress hebben doordat de toekomst minder en minder voorspelbaar is.

 

Hoe sneller de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie gaat, des te meer bedreiging dit vormt voor ‘werk en inkomen’, wat daarmee ook de wortel van ons bestaan raakt. “Wat doe je” of “wat wil je later worden” neemt nu nog een prominente plaats in. Je ontleent er een belangrijk deel van je identiteit, je status en je toekomstverwachting aan. Wat als dat werk ineens niet meer bestaat? Wat als je bijvoorbeeld jarenlang medicijnen hebt gestudeerd om confronteerd te worden met een ‘botje’ dat veel beter in staat is om diagnoses en behandelmethoden voor te schrijven?

 

Als ‘wat wil je later worden’ steeds minder relevant wordt, zal dit een verschuiving veroorzaken naar “wat kun je nu al doen” en “wat wil je nu al zijn”. Een onvoorspelbare buitenwereld is een impliciete uitnodiging om die betrouwbaarheid in je binnenwereld te vinden. Weten waar je kwaliteiten liggen, weten welke eigenschappen jij hebt die voor anderen waarde hebben. Flexibiliteit, optimisme, focus op hoe wel. Dit vraagt vooral om het vermogen om ontspannen te blijven en overzicht te houden, ongeacht de omstandigheden. Primair vraagt dit om de vaardigheid om effectief te kunnen omgaan met emoties, zoals stress, onzekerheid, ongeduld, frustratie, wantrouwen, teleurstelling en zo voort.

 

 

 

 

Een reactie plaatsen