Stap voor stap…

Stap voor stap…

Zes jaar geleden was ik om deze tijd onderweg van St. Jean Pied de Port naar Santiago de Compostela. Het wordt ten zeerste afgeraden om deze wandeling van iets meer dan 800 kilometer in de winter te doen. Het weer in de Pyreneeën kan verraderlijk zijn en meer dan 70% van de herbergen en restaurants onderweg zijn gesloten. Dorpjes zijn, of lijken in ieder geval, uitgestorven en slechts nu en dan kwam ik een andere pelgrim tegen.

Kans op vorst, sneeuw en onderkoeling was eigenlijk niet eens de belangrijkste reden waarom deze wandeling voor mij op dat moment af te raden was. Minder dan drie maanden daarvoor was mijn borstbeen doorgezaagd om mijn aorta-klep te vervangen. Zo’n ingreep betekent dat je conditie daarna echt 0,000-beetje is. “Wandelen is goed voor je” had de cardioloog gezegd. Ik had bedacht dat als ik anderhalf uur kon wandelen, dat ik de hele route in stukjes van anderhalf uur kon knippen zodat ik er uiteindelijk wel zou komen. ’s Morgens anderhalf uur, koffie, weer anderhalf uur, lunch en dan misschien nog een keer anderhalf uur.

Feitelijk meer een wandelend patiënt dan goed voorbereid, stapte ik op 8 januari St. Jean uit. Om me nog geen 500 meter verder af te vragen waar ik in hemelsnaam aan begonnen was. Omdat mijn borstbeen moest helen, had ik niet met een rugzak kunnen oefenen. Nu hing er meer dan 15 kg op mijn rug, het ging bergop en Santiago leek daarvandaan net zo onbereikbaar als een buitenaardse planeet. De paar pelgrims die ik ’s morgens had gezien, waren ver voor mij uit beeld gelopen. Daar liep ik. Alleen. Over diezelfde Napoleonsroute, waarvan de herbergier de avond ervoor nog had gezegd dat die nu te gevaarlijk was. Mocht ik ooit getwijfeld hebben aan een genomen besluit, dan was dit ‘m wel.

Vanuit mijn sportverleden heb ik een grote voorkeur voor schema’s en cijfers. Iedere meter die ik gezwommen of gelopen heb, was vooraf gepland en werd achteraf geregistreerd. Een wedstrijd van 4 km cross knipte ik mentaal in stukjes: 8 x 500 meter was voor mij veel beter. Ik begon te rekenen: 800 km, met een paslengte van 80 cm… en raakte in de knoei met het aantal nullen. Nog een keer… 1.000.000 stappen, op de kop af.

Op dat moment besloot ik dat het van hier naar Santiago de Compostela maar één stap zou zijn: de stap die ik nu maakte. Alle andere stappen bestonden immers alleen maar in mijn gedachten, die waren niet echt. De stap die ik nu maak is wel echt. Ik ging mijn stappen onderzoeken: aandacht bij hoe een stap eigenlijk tot stand komt. Voelen hoe mijn spieren en gewrichten bewegen. Door de aandacht zo volledig mogelijk te houden bij wat mijn lijf op dat moment aan het doen was, verdween de paniek, de onzekerheid, de scenario’s over waar het mis zou kunnen gaan. Zelfs het geïmproviseerde monument van de pelgrim die op die berg overleden was, leverde een glimlach op. Gedachten aan de dood had ik al voldoende gehad. Het leven lag voor me.

Santiago is maar één stap. Het is een metafoor die me er aan herinnert dat ik altijd maar één ding tegelijk kan doen. Terug van Nieuwjaarsverlof en meer dan 600 mails? Nee. Je hebt maar één mail tegelijk waar je je aandacht op hoeft te richten. Zoals alle stappen er al lagen, ik hoefde ze alleen maar één voor één in te vullen. Focus, werkelijk je aandacht richten op wat je nu aan het doen bent geeft rust. Daarbij: het verkleint de kans op uitglijders en blessures omdat je niet uitkijkt waar je loopt. Dit is in het ‘gewone leven’ niet anders. Veruit de meeste dingen gaan verkeerd omdat je het ene aan het doen bent terwijl je in gedachten ergens anders bent. Je lijf is aan het typen, praten, autorijden of fietsen terwijl je gedachten ergens in de toekomst of in het verleden zijn. Heen en weer tussen ‘had ik maar…’ en ‘als ik nou…’ Spanning en stress ontstaan als je eigenlijk iets anders wilt doen dan wat je nu aan het doen bent of ergens anders wilt zijn dan waar je nu bent.

Een reactie plaatsen