Negatieve gedachten zijn normaal

Negatieve gedachten zijn normaal

Het is veel erger om je zorgen te maken over het feit dat je negatieve gedachten hebt, dan dat je negatieve gedachten hebt. Hoe hard sommige positiviteitsguru’s ook beweren dat negatieve gedachten slecht zijn en hoe zeer sommigen ervan ook overtuigd zijn dat datgene wat je denkt ook altijd waarheid zal worden. Het is niet waar.

Denkbeelden over wat er mis zou kunnen gaan, zijn volkomen natuurlijk en normaal. Dit heeft te maken met onze overlevingsfunctie waarbij iedere situatie geanalyseerd wordt op potentieel gevaar. Ondanks dat ons normale dagelijkse bestaan (hier in het Westen) nauwelijks werkelijk levensbedreigend is, is zo’n systeem – dat cruciaal is geweest voor de ontwikkeling van onze soort – niet zomaar even ‘uit te zetten’.

Even een ‘weetje’ over jezelf: je mentale brein bestaat uit drie lagen, alle drie met een andere functie. Het onderste gedeelte (de andere twee laat ik hier even voor wat ze zijn) is gericht op het begrijpen van de wereld om ons heen, het in beeld brengen van de buitenwereld en het onderscheiden van de verschillende elementen en fenomenen in die buitenwereld. Dit deel heeft een relatie met de eendimensionale beleving van tijd. Fysiek gezien kunnen we maar op één plaats tegelijkertijd zijn. Morgen kan niet eerder komen dan gisteren. De tijdlijn – de tweede dimensie – is voor dit deel van het brein dan ook niet meer dan een denkbeeld dat wordt gevormd door de herinneringen die we hebben aan het verleden en de verwachtingen over de toekomst. Aangezien deze herinneringen zijn gevormd door impressies bevat dit deel van het brein ook de impressies en betekenis die we aan onszelf geven: ons zelfbeeld. Dit onderste gedeelte van ons brein is het terrein van de wetenschap: het willen begrijpen hoe het werkt en we willen onszelf begrijpen.

Voor het leven en bestaan op Aarde is dit deel van het brein meer dan toereikend. Het kan analyseren, oplossingen bedenken, innoveren, logisch redeneren en plannen maken, gebaseerd op de verwerking van de zintuiglijk ontvangen informatie. De functie van dit deel van het brein is het vermogen om elementen van elkaar te onderscheiden en te kwalificeren. En, laten we eerlijk zijn, het is bewonderenswaardig waartoe dit brein in staat is. Dit breindeel heeft alles te maken met het leven op Aarde en daarmee met onze overlevingsfunctie. Het kunnen onderscheiden van eetbare bessen en paddenstoelen van de giftige, was best handig. Net als het kunnen onderscheiden van dieren waarbij je wel al dan niet tot hun dieet behoorde. Het is dan ook volkomen functioneel om alles dat onbekend is als onveilig aan te merken tot het tegendeel vast stond. Anders gezegd: in dit deel van het brein ontstaan de negatieve gedachten. Iedere situatie of omstandigheid die onbekend is, activeert dan ook het instinctieve systeem van vechten of vluchten. We zijn nieuwsgierig genoeg om te onderzoeken, maar klaar om te vechten of vluchten.

Dit mechanisme van vechten of vluchten is razendsnel vergeleken met onze gedachten. Vergelijk het met een kniereflex: de reactie is eerst en daarna komt pas het besef van die reactie. Wat aan de andere kant wel eens lastig is, is dat we dit systeem niet uit kunnen zetten. Het gaat automatisch aan wanneer we in een donkere steeg in lopen en het gaat zelfs automatisch aan wanneer we een onbekende naderen. Een onbekende of een onbekende situatie is onveilig totdat het tegendeel blijkt. Daarmee hebben negatieve gedachten hebben dus in belangrijke mate bijgedragen aan het succes van onze soort. Veilig mag dan ook gesteld worden dat die voorouders met de beste negatieve gedachten een grotere bijdrage hebben geleverd aan de huidige wereldbevolking dan hun meer naïeve collega’s.

Negatieve gedachten zijn er dus gewoon. Altijd. En daar is niks mis mee. Waar het mis gaat met negatieve gedachten is ofwel als je gelooft dat ze waar zijn, ofwel als je van jezelf vindt dat je geen negatieve gedachten mag hebben. In beide gevallen geef je dan een betekenis aan die gedachten, waardoor ze wel van invloed worden op je leven en je omstandigheden.

Als je gelooft dat je negatieve gedachten ‘waar zijn’, ontstaat er een koppeling met een emotie. Destructieve emoties als onzekerheid, angst, frustratie, schaamte of stress zijn maar al te bereid om ‘mee te gaan’ met zo’n gedachte. Met als gevolg dat er een overtuiging ontstaat ‘dat het zo gaat worden’. Het is die overtuiging die van toepassing is op ‘piekeren is bidden voor wat je niet wilt’.

Negatieve gedachten hebben terwijl je vindt dat je ze niet mag hebben, is als niet willen dat gras groen is. Het is vechten tegen een realiteit die je niet kunt veranderen, waardoor het een gevoel oproept van schuld, schaamte of onvermogen. Waardoor je – inderdaad – er een destructieve emotie aan koppelt.

Negatieve gedachten. Het is een signaal van een gezond en adequaat functioneren van je overlevingsfunctie. Zie ze en laat ze voor wat ze zijn, geef ze geen aandacht.

Een reactie plaatsen